Ik werd wakker door de stroming van het water.
ik lag op een vaag gevormd blok in zee en door de hoge golven die mij soms passeerden zat ik op sommige momenten vast in een kolkend geheel. Ik hield me vast aan de randen van het blok om te voorkomen dat de harde stroming mij niet mee zou nemen. Ik kijk naar mijn voet. Maar er is geen verbintenis meer met mij en mijn surfboard.
Het is zaterdag middag, ik bewandel de bospaden als mijn hond opeens de benen neemt. Ik besluit zoals altijd wanneer ze dat doet te blijven wachten op de plek waar ze me voor het laatst gezien heeft. Ik denk dat dat een reactie is uit mijn vroegere leven. Wanneer ik als klein kindje de weg kwijt raakte probeerde ik ook weer terug te gaan naar de plek waar ik mijn mama voor het laatst had zien staan. Als ik dan aan een jas trok, die gene zich om draaide en het bleek dat het helemaal mijn mama niet was brak de paniek uit. Dus vandaar. Ik ging zitten op een bankje, zakte onderuit en gooide mijn hoofd naar achter zodat het op de leuning kon rusten. Wolken passeerden als een trein voorbij en de bomen waaiden heftig. Ik vond het fijn, de harde wind met dat zomerse luchtje en sloot mijn ogen. Als het zand van de zandvlakte waaraan ik zat al zo opstoof hoe zouden de golven dan zijn? Het is ideaal surfweer.
Die avond nog zat ik in de trein. Zonder slaap adres en met dit weer niet zo'n slim plan, maar de drang om te willen surfen was te groot. Ik stapte uit op Den Haag centraal. Het was nu zo'n 10 uur 's avonds. Ik liep de stations hal uit en sprong op mijn longboard. Het was nog maar 6 kilometer naar mijn eindbestemming: Scheveningen.
Aangekomen bij de grote boulevard was het al tegen half 12. Ik was onderweg nog even naar een avondwinkel te gaan om een deken te kopen, de temperatuur begon namelijk flink te dalen. Ik stepte en maakte surf bewegingen met mijn board, tegelijkertijd tuurde ik in de verte naar mogelijke surfshops om een board te huren. Maar de boulevard waar het normaal gesproken krioelt van de mensen was nu niet meer dan een lege vlakte met fluitende geluiden, die werden veroorzaakt door de wind die langs de gesloten restaurantjes blies.
Ik stepte harder, de wind liet me moeite doen vooruit te komen, maar ik won want links van me zag ik een surfshop. Wel is waar gesloten. Maar achter het kleine winkeltje lagen een aantal boards. En ik was maar één omheining verwijderd van de intieme aanraking ervan.
Ik rende met mijn board onder mijn ene arm richting zee terwijl ik met mijn andere arm nog snel een kledingstuk weggooide. Ik had kippenvel, mijn bikini was niet groot genoeg om mijn hele lichaam te verwarmen. Bij zee aangekomen sloot ik mijn ogen. Ik zette minuscule stapjes tot ik het water raakte. Ik glimlachte breed en liet mijn board in het water zakken. Dit was het moment waar ik al weken naar uit keek, en het was nu aangebroken. Ik voelde mijn warme buik koud worden op het moment dat hij mijn board raakte. Ook mijn in het water gedompelde armen zorgden voor een rilling. Ik ademde diep in en begon te peddelen. Het water gleed als fluweel tussen mijn vingers door en mijn board liet zich rustig over de golven glijden. Naarmate ik verder ging begonnen de golven wilder te worden, hoger vooral. Ik moest nu en dan mijn ogen dichtknijpen om het prikken van het zoute water niet te hoeven voelen en spuugde enkel een slok zeewater uit. Het was net zo rustig op zee als op de boulevard. De meeste mensen voelden zich waarschijnlijk voldaan wanneer ze achter de tv zaten met een kopje thee, kijkend naar dat leuke programma wat word verstoord door minstens 4 reclames. Maar ik kan niet anders zeggen dat ik me intens gelukkig voelde hier op zee. De maan was bijna vol dus lichtte de zee grotendeels op, de lantaarns van de boulevard waren net flikkerende kaarsjes. Ik dobberde nog steeds genietend van het moment tot ik de stroming begon te voelen. Ik begon hard te peddelen, keek enkele keren achterom en op het moment dat ik de golf onder mijn board voelde stond ik op. Op dit moment kon ik merken dat het donker was. Het was moeilijk de diepte in te schatten. Ik had geen idee hoe hoog ik stond en wanneer het moment kwam dat de golf samensmolt met de vlakke zee om vervolgens aan te spoelen aan de kust. Ik stond nog en zocht steeds meer naar evenwicht, het evenwicht wat ik op het laatste moment nog verloor. Ik viel en voelde het zout in mijn neus. De golven waren wild en zorgden ervoor dat het onmogelijk was mijn surfboard te pakken. Het board sloeg tegen mijn been, hoofd , schouder. Pijnlijk, maar ik ging door. Uiteindelijk had ik hem te pakken en liet me erop vallen om weer terug te peddelen richting het diepe.
Ik werd wakker door de stroming van het water.
ik lag op een vaag gevormd blok in zee en door de hoge golven die mij soms passeerden zat ik op sommige momenten vast in een kolkend geheel. Ik hield me vast aan de randen van het blok om te voorkomen dat de harde stroming mij niet mee zou nemen. Ik kijk naar mijn voet. Maar er is geen verbintenis meer met mij en mijn surfboard. Ik herinner me wanneer ik op dit blok ben gaan liggen. Het was na tientallen keren een golf gepakt te hebben. Het was geweldig geweest, maar aan de kustlijn spatten de golven zo hard uit elkaar dat het onmogelijk was je staande te houden. De golven speelden met je. Je werd van links naar rechts gegooid en ondergedompeld als een splashball. het was vermoeiend geweest. Zo vermoeiend dat ik was gaan uitrusten op een blok in zee. Ik wist alleen niet dat ik in slaap was gevallen en kan me herinneren dat mijn voet en surfboard verbonden waren door een touw. Die was nu weg. En als ik denk, aan hoe de zee tekeer gegaan was 's nachts denk ik dat er een grote mogelijkheid is dat hij groot Brittannië heeft gehaald.
Ik lig op mijn buik en draai me om. Ik knijp mijn ogen samen van de pijn. Het patroon van de steen heeft zich in mijn buik geprent. Mijn ogen zijn nog slaperig en ik besluit niet langer te wachten met het terug zwemmen naar de kust. Gelukkig is het niet ver zwemmen naar de kust, maar mijn vermoeide lichaam zorgt ervoor dat het langer duurt dan normaal is. Mijn t-shirt ligt nog op de zelfde plek als waar ik hem die avond had neergegooid. Mijn longboard en andere kleding was weg. Het enige wat er nog wel lag was de deken die ik die avond gekocht had. Ik ben te moe om te balen van wat ik zojuist heb aangetroffen. Of eigenlijk, niet heb aangetroffen en loop richting de boulevard. Daar aangekomen zoek ik een plekje, uit de wind tegen de muur. Ik wikkel mijn natte lichaam in de deken en ga er zo dicht mogelijk tegen aan liggen. Weer val ik in slaap.
Dit keer is het een stem die mij doet ontwaken. Ik open mijn ogen en meteen word ik verblind door de ochtendzon. Ik had me niet gerealiseerd dat er op zondag morgen wel mensen de boulevard zouden betreden. De vrouw blijft maar tegen me praten. Ze is donker getint en heeft een jumpsuit aan, daarover draagt ze een spijkerjack. Ik sta slaapdronken op en frommel de deken in een prop. Ze blijft maar tegen me praten, maar tegelijkertijd loopt ze door. Om het gesprek, waaraan ik niet bepaald mee doe te blijven volgen neem ik grote passen om haar bij te houden. Haar kont schud heen en weer en haar krulletjes springen op wanneer ze de trap op naar boven loopt. Ze vraagt me allerlei dingen: wat doe je hier zo vroeg? Waarom ben je niet thuis in je warme bedje? Wie ben je? Hoe heet je? Ik voel me te buitenaards om te reageren dus schud ik haar af door een flatgebouw in te lopen.
Het flatgebouw blijkt een appartementencomplex voor studenten te zijn. Ik neem de lift naar de bovenste etage.Ik bekijk mezelf in de spiegel van de lift. Mijn haar heeft zich tot dreads gevormd. en mijn ogen staan moe. Het frisse buiten kleurtje op mijn wangen zorgt voor de enige levendige uitstraling op mijn gezicht. Op de 10e verdieping gaan de deuren open. Ik schrik als ik midden in een huiskamer sta. Ik kijk om me heen en zie de aparte indeling van het appartement: De lift komt uit in de woonkamer, rechts achter een glazen raam is de badkamer, daarnaast de slaapkamer en een klein keukentje staat opgesteld in de hoek. Het huis voelt aan alsof er niemand is. En ik slaak een zucht van opluchting. Ik loop naar het keukenblok en open het eerste en beste kastje dat ik tegenkom: Borden, lepels, vorken, messen, een tostiapparaat maar geen glazen. Ik neem de moeite niet verder te zoeken en drink uit de kraan. Van zout krijg je dorst, maar van zout water ook. Naast de lift is nog een trapgat. En zo nieuwschierig als ik ben besluit ik een kijkje te nemen. De traptreden zijn zo onmogelijk dun dat het een kunst is naar beneden te lopen. Ik sta met open ogen te kijken als ik weer in een appartement uit kom. Ik snap niets van hoe dit gebouw in elkaar zit. De enige mogelijke optie om beneden te komen is via andermans appartement of de lift. Als ik merk dat er iemand in het bed ligt te slapen laat ik me via de trapleuning nog een verdieping naar beneden glijden. Op die verdieping hangt een klok. Het is nu 7 uur ´s ochtends. Ik lach bij het idee dat ze wakker worden met een vreemde in huis, of eigenlijk lach ik de architect van dit gebouw uit.Ik loop automatisch zoveel mogelijk trappen naar beneden. Op de meeste verdiepingen liggen mensen te slapen, of is niemand thuis. Het is een uitdaging beneden te komen zonder iemand wakker te maken. Vandaar het gebruik van de trap. Een lift zou te veel geluid maken.
na een slapende vrouw en een stelletje dat lepeltje lepeltje lag achter me te hebben gelaten kom ik aan op de 3e verdieping. Ik loop zachtjes langs de keuken als ik iemand hoor douchen. 'shit' mompel ik. Om bij het trapgat te komen moet ik de badkamer zien te passeren. Ik sta zo stil als ik kan tegen de koelkast aan als ik gerommel uit de slaapkamer hoor. Voetstappen komen dichterbij en ik aarzel geen moment. Ik sprint langs de douche ruimte. Maar wanner ik op de 2e tree sta steekt er een hoofd op het hoekje ' what the fuck doe jij hier?' Aarzelend loop ik weer terug om hoog en sta voor de douche. Aan de andere kant van het glas is een jonge vrouw te zien. Volkomen naakt. Dan komen er voetstappen. Een man uit zo te zien Azië loopt de ruimte binnen en gaat zonder schaamte op het toilet zitten. Ik kijk verbaast naar de twee. 'Ik, kom uit Groningen, en kwam hier gister avond heen om te surfen 's nachts.' de man op het toilet grinnikt waarop de het meisje hem een boze blik toewerpt. 'Ja, surfen is wel fucking vet en zo maar what the fuck doe je hier dan? zegt ze met nog steeds een boze toon. 'Ja, ik heb geen idee' de man grinnikt nog steeds 'I can't believe' zegt hij. Ze lacht en steekt haar hand naast de opening van de douche. 'Eve' zegt ze terwijl ik haar hand schud. Nu lach ik ook 'Dat rijmt' zeg ik. Eve kijkt vragend. 'Laat maar ' en ik wuif het weg.
'laten we gaan schilderen, of optreden ' zegt Eve als ze zich aan het afdrogen is. Ze straalt wanneer ze het mij voorstelt. Ik knik en stap onder de douche.
Ik word langzaam wakker door het stromende water.
Ik sta onder de douche en door de vele stralen word ik omarmd door een warm geheel.
Ik hou de douchekop stevig vast om te voorkomen dat dit fijne gevoel over zou zijn. Ik kijk naar mijn voet, zie het douche putje en mis de golven van de zee.
ik lag op een vaag gevormd blok in zee en door de hoge golven die mij soms passeerden zat ik op sommige momenten vast in een kolkend geheel. Ik hield me vast aan de randen van het blok om te voorkomen dat de harde stroming mij niet mee zou nemen. Ik kijk naar mijn voet. Maar er is geen verbintenis meer met mij en mijn surfboard.
Het is zaterdag middag, ik bewandel de bospaden als mijn hond opeens de benen neemt. Ik besluit zoals altijd wanneer ze dat doet te blijven wachten op de plek waar ze me voor het laatst gezien heeft. Ik denk dat dat een reactie is uit mijn vroegere leven. Wanneer ik als klein kindje de weg kwijt raakte probeerde ik ook weer terug te gaan naar de plek waar ik mijn mama voor het laatst had zien staan. Als ik dan aan een jas trok, die gene zich om draaide en het bleek dat het helemaal mijn mama niet was brak de paniek uit. Dus vandaar. Ik ging zitten op een bankje, zakte onderuit en gooide mijn hoofd naar achter zodat het op de leuning kon rusten. Wolken passeerden als een trein voorbij en de bomen waaiden heftig. Ik vond het fijn, de harde wind met dat zomerse luchtje en sloot mijn ogen. Als het zand van de zandvlakte waaraan ik zat al zo opstoof hoe zouden de golven dan zijn? Het is ideaal surfweer.
Die avond nog zat ik in de trein. Zonder slaap adres en met dit weer niet zo'n slim plan, maar de drang om te willen surfen was te groot. Ik stapte uit op Den Haag centraal. Het was nu zo'n 10 uur 's avonds. Ik liep de stations hal uit en sprong op mijn longboard. Het was nog maar 6 kilometer naar mijn eindbestemming: Scheveningen.
Aangekomen bij de grote boulevard was het al tegen half 12. Ik was onderweg nog even naar een avondwinkel te gaan om een deken te kopen, de temperatuur begon namelijk flink te dalen. Ik stepte en maakte surf bewegingen met mijn board, tegelijkertijd tuurde ik in de verte naar mogelijke surfshops om een board te huren. Maar de boulevard waar het normaal gesproken krioelt van de mensen was nu niet meer dan een lege vlakte met fluitende geluiden, die werden veroorzaakt door de wind die langs de gesloten restaurantjes blies.
Ik stepte harder, de wind liet me moeite doen vooruit te komen, maar ik won want links van me zag ik een surfshop. Wel is waar gesloten. Maar achter het kleine winkeltje lagen een aantal boards. En ik was maar één omheining verwijderd van de intieme aanraking ervan.
Ik rende met mijn board onder mijn ene arm richting zee terwijl ik met mijn andere arm nog snel een kledingstuk weggooide. Ik had kippenvel, mijn bikini was niet groot genoeg om mijn hele lichaam te verwarmen. Bij zee aangekomen sloot ik mijn ogen. Ik zette minuscule stapjes tot ik het water raakte. Ik glimlachte breed en liet mijn board in het water zakken. Dit was het moment waar ik al weken naar uit keek, en het was nu aangebroken. Ik voelde mijn warme buik koud worden op het moment dat hij mijn board raakte. Ook mijn in het water gedompelde armen zorgden voor een rilling. Ik ademde diep in en begon te peddelen. Het water gleed als fluweel tussen mijn vingers door en mijn board liet zich rustig over de golven glijden. Naarmate ik verder ging begonnen de golven wilder te worden, hoger vooral. Ik moest nu en dan mijn ogen dichtknijpen om het prikken van het zoute water niet te hoeven voelen en spuugde enkel een slok zeewater uit. Het was net zo rustig op zee als op de boulevard. De meeste mensen voelden zich waarschijnlijk voldaan wanneer ze achter de tv zaten met een kopje thee, kijkend naar dat leuke programma wat word verstoord door minstens 4 reclames. Maar ik kan niet anders zeggen dat ik me intens gelukkig voelde hier op zee. De maan was bijna vol dus lichtte de zee grotendeels op, de lantaarns van de boulevard waren net flikkerende kaarsjes. Ik dobberde nog steeds genietend van het moment tot ik de stroming begon te voelen. Ik begon hard te peddelen, keek enkele keren achterom en op het moment dat ik de golf onder mijn board voelde stond ik op. Op dit moment kon ik merken dat het donker was. Het was moeilijk de diepte in te schatten. Ik had geen idee hoe hoog ik stond en wanneer het moment kwam dat de golf samensmolt met de vlakke zee om vervolgens aan te spoelen aan de kust. Ik stond nog en zocht steeds meer naar evenwicht, het evenwicht wat ik op het laatste moment nog verloor. Ik viel en voelde het zout in mijn neus. De golven waren wild en zorgden ervoor dat het onmogelijk was mijn surfboard te pakken. Het board sloeg tegen mijn been, hoofd , schouder. Pijnlijk, maar ik ging door. Uiteindelijk had ik hem te pakken en liet me erop vallen om weer terug te peddelen richting het diepe.
Ik werd wakker door de stroming van het water.
ik lag op een vaag gevormd blok in zee en door de hoge golven die mij soms passeerden zat ik op sommige momenten vast in een kolkend geheel. Ik hield me vast aan de randen van het blok om te voorkomen dat de harde stroming mij niet mee zou nemen. Ik kijk naar mijn voet. Maar er is geen verbintenis meer met mij en mijn surfboard. Ik herinner me wanneer ik op dit blok ben gaan liggen. Het was na tientallen keren een golf gepakt te hebben. Het was geweldig geweest, maar aan de kustlijn spatten de golven zo hard uit elkaar dat het onmogelijk was je staande te houden. De golven speelden met je. Je werd van links naar rechts gegooid en ondergedompeld als een splashball. het was vermoeiend geweest. Zo vermoeiend dat ik was gaan uitrusten op een blok in zee. Ik wist alleen niet dat ik in slaap was gevallen en kan me herinneren dat mijn voet en surfboard verbonden waren door een touw. Die was nu weg. En als ik denk, aan hoe de zee tekeer gegaan was 's nachts denk ik dat er een grote mogelijkheid is dat hij groot Brittannië heeft gehaald.
Ik lig op mijn buik en draai me om. Ik knijp mijn ogen samen van de pijn. Het patroon van de steen heeft zich in mijn buik geprent. Mijn ogen zijn nog slaperig en ik besluit niet langer te wachten met het terug zwemmen naar de kust. Gelukkig is het niet ver zwemmen naar de kust, maar mijn vermoeide lichaam zorgt ervoor dat het langer duurt dan normaal is. Mijn t-shirt ligt nog op de zelfde plek als waar ik hem die avond had neergegooid. Mijn longboard en andere kleding was weg. Het enige wat er nog wel lag was de deken die ik die avond gekocht had. Ik ben te moe om te balen van wat ik zojuist heb aangetroffen. Of eigenlijk, niet heb aangetroffen en loop richting de boulevard. Daar aangekomen zoek ik een plekje, uit de wind tegen de muur. Ik wikkel mijn natte lichaam in de deken en ga er zo dicht mogelijk tegen aan liggen. Weer val ik in slaap.
Dit keer is het een stem die mij doet ontwaken. Ik open mijn ogen en meteen word ik verblind door de ochtendzon. Ik had me niet gerealiseerd dat er op zondag morgen wel mensen de boulevard zouden betreden. De vrouw blijft maar tegen me praten. Ze is donker getint en heeft een jumpsuit aan, daarover draagt ze een spijkerjack. Ik sta slaapdronken op en frommel de deken in een prop. Ze blijft maar tegen me praten, maar tegelijkertijd loopt ze door. Om het gesprek, waaraan ik niet bepaald mee doe te blijven volgen neem ik grote passen om haar bij te houden. Haar kont schud heen en weer en haar krulletjes springen op wanneer ze de trap op naar boven loopt. Ze vraagt me allerlei dingen: wat doe je hier zo vroeg? Waarom ben je niet thuis in je warme bedje? Wie ben je? Hoe heet je? Ik voel me te buitenaards om te reageren dus schud ik haar af door een flatgebouw in te lopen.
Het flatgebouw blijkt een appartementencomplex voor studenten te zijn. Ik neem de lift naar de bovenste etage.Ik bekijk mezelf in de spiegel van de lift. Mijn haar heeft zich tot dreads gevormd. en mijn ogen staan moe. Het frisse buiten kleurtje op mijn wangen zorgt voor de enige levendige uitstraling op mijn gezicht. Op de 10e verdieping gaan de deuren open. Ik schrik als ik midden in een huiskamer sta. Ik kijk om me heen en zie de aparte indeling van het appartement: De lift komt uit in de woonkamer, rechts achter een glazen raam is de badkamer, daarnaast de slaapkamer en een klein keukentje staat opgesteld in de hoek. Het huis voelt aan alsof er niemand is. En ik slaak een zucht van opluchting. Ik loop naar het keukenblok en open het eerste en beste kastje dat ik tegenkom: Borden, lepels, vorken, messen, een tostiapparaat maar geen glazen. Ik neem de moeite niet verder te zoeken en drink uit de kraan. Van zout krijg je dorst, maar van zout water ook. Naast de lift is nog een trapgat. En zo nieuwschierig als ik ben besluit ik een kijkje te nemen. De traptreden zijn zo onmogelijk dun dat het een kunst is naar beneden te lopen. Ik sta met open ogen te kijken als ik weer in een appartement uit kom. Ik snap niets van hoe dit gebouw in elkaar zit. De enige mogelijke optie om beneden te komen is via andermans appartement of de lift. Als ik merk dat er iemand in het bed ligt te slapen laat ik me via de trapleuning nog een verdieping naar beneden glijden. Op die verdieping hangt een klok. Het is nu 7 uur ´s ochtends. Ik lach bij het idee dat ze wakker worden met een vreemde in huis, of eigenlijk lach ik de architect van dit gebouw uit.Ik loop automatisch zoveel mogelijk trappen naar beneden. Op de meeste verdiepingen liggen mensen te slapen, of is niemand thuis. Het is een uitdaging beneden te komen zonder iemand wakker te maken. Vandaar het gebruik van de trap. Een lift zou te veel geluid maken.
na een slapende vrouw en een stelletje dat lepeltje lepeltje lag achter me te hebben gelaten kom ik aan op de 3e verdieping. Ik loop zachtjes langs de keuken als ik iemand hoor douchen. 'shit' mompel ik. Om bij het trapgat te komen moet ik de badkamer zien te passeren. Ik sta zo stil als ik kan tegen de koelkast aan als ik gerommel uit de slaapkamer hoor. Voetstappen komen dichterbij en ik aarzel geen moment. Ik sprint langs de douche ruimte. Maar wanner ik op de 2e tree sta steekt er een hoofd op het hoekje ' what the fuck doe jij hier?' Aarzelend loop ik weer terug om hoog en sta voor de douche. Aan de andere kant van het glas is een jonge vrouw te zien. Volkomen naakt. Dan komen er voetstappen. Een man uit zo te zien Azië loopt de ruimte binnen en gaat zonder schaamte op het toilet zitten. Ik kijk verbaast naar de twee. 'Ik, kom uit Groningen, en kwam hier gister avond heen om te surfen 's nachts.' de man op het toilet grinnikt waarop de het meisje hem een boze blik toewerpt. 'Ja, surfen is wel fucking vet en zo maar what the fuck doe je hier dan? zegt ze met nog steeds een boze toon. 'Ja, ik heb geen idee' de man grinnikt nog steeds 'I can't believe' zegt hij. Ze lacht en steekt haar hand naast de opening van de douche. 'Eve' zegt ze terwijl ik haar hand schud. Nu lach ik ook 'Dat rijmt' zeg ik. Eve kijkt vragend. 'Laat maar ' en ik wuif het weg.
'laten we gaan schilderen, of optreden ' zegt Eve als ze zich aan het afdrogen is. Ze straalt wanneer ze het mij voorstelt. Ik knik en stap onder de douche.
Ik word langzaam wakker door het stromende water.
Ik sta onder de douche en door de vele stralen word ik omarmd door een warm geheel.
Ik hou de douchekop stevig vast om te voorkomen dat dit fijne gevoel over zou zijn. Ik kijk naar mijn voet, zie het douche putje en mis de golven van de zee.