zondag 10 juni 2012

Dreamy dream

Ik werd wakker door de stroming van het water.
ik lag op een vaag gevormd blok in zee en door de hoge golven die mij soms passeerden zat ik op sommige momenten vast in een kolkend geheel. Ik hield me vast aan de randen van het blok om te voorkomen dat de harde stroming mij niet mee zou  nemen. Ik kijk naar mijn voet. Maar er is geen verbintenis meer met mij en mijn surfboard.

Het is zaterdag middag, ik bewandel de bospaden als mijn hond opeens de benen neemt. Ik besluit zoals altijd wanneer ze dat doet te blijven wachten op de plek waar ze me voor het laatst gezien heeft. Ik denk dat dat een reactie is uit mijn vroegere leven. Wanneer ik als klein kindje de weg kwijt raakte probeerde ik ook weer terug te gaan naar de plek waar ik mijn mama voor het laatst had zien staan. Als ik dan aan een jas trok, die gene zich om draaide en het bleek dat het helemaal mijn mama niet was brak de paniek uit. Dus vandaar. Ik ging zitten op een bankje, zakte onderuit en gooide mijn hoofd naar achter zodat het op de leuning kon rusten. Wolken passeerden als een trein voorbij en de bomen waaiden heftig. Ik vond het fijn, de harde wind met dat zomerse luchtje en sloot mijn ogen. Als het zand van de zandvlakte waaraan ik zat al zo opstoof hoe zouden de golven dan zijn? Het is ideaal surfweer.

Die avond nog zat ik in de trein. Zonder slaap adres en met dit weer niet zo'n slim plan, maar de drang om te willen surfen was te groot. Ik stapte uit op Den Haag centraal. Het was nu zo'n 10 uur 's avonds. Ik liep de stations hal uit en sprong op mijn longboard. Het was nog maar 6 kilometer naar mijn eindbestemming: Scheveningen.

Aangekomen bij de grote boulevard was het al tegen half 12. Ik was onderweg nog even naar een avondwinkel te gaan om een deken te kopen, de temperatuur begon namelijk flink te dalen. Ik stepte en maakte surf bewegingen met mijn board, tegelijkertijd tuurde ik in de verte naar mogelijke surfshops om een board te huren. Maar de boulevard waar het normaal gesproken krioelt van de mensen was nu niet meer dan een lege vlakte met fluitende geluiden, die werden veroorzaakt door de wind die langs de gesloten restaurantjes blies.
Ik stepte harder, de wind liet me moeite doen vooruit te komen, maar ik won want links van me zag ik een surfshop. Wel is waar gesloten. Maar achter het kleine winkeltje lagen een aantal boards. En ik was maar één omheining verwijderd van de intieme aanraking ervan.

Ik rende met mijn board onder mijn ene arm richting zee terwijl ik met mijn andere arm nog snel een kledingstuk weggooide. Ik had kippenvel, mijn bikini was niet groot genoeg om mijn hele lichaam te verwarmen. Bij zee aangekomen sloot ik mijn ogen. Ik zette minuscule stapjes tot ik het water raakte. Ik glimlachte breed en liet mijn board in het water zakken. Dit was het moment waar ik al weken naar uit keek, en het was nu aangebroken. Ik voelde mijn warme buik koud worden op het moment dat hij mijn board raakte. Ook mijn in het water gedompelde armen zorgden voor een rilling. Ik ademde diep in en begon te peddelen. Het water gleed als fluweel tussen mijn vingers door en mijn board liet zich rustig over de golven glijden. Naarmate ik verder ging begonnen de golven wilder te worden, hoger vooral. Ik moest nu en dan mijn ogen dichtknijpen om het prikken van het zoute water niet te hoeven voelen en spuugde enkel een slok zeewater uit. Het was net zo rustig op zee als op de boulevard. De meeste mensen voelden zich waarschijnlijk voldaan wanneer ze achter de tv zaten met een kopje thee, kijkend naar dat leuke programma wat word verstoord door minstens 4 reclames. Maar ik kan niet anders zeggen dat ik me intens gelukkig voelde hier op zee. De maan was bijna vol dus lichtte de zee grotendeels op, de lantaarns van de boulevard waren net flikkerende kaarsjes. Ik dobberde nog steeds genietend van het moment tot ik de stroming begon te voelen. Ik begon hard te peddelen, keek enkele keren achterom en op het moment dat ik de golf onder mijn board voelde stond ik op. Op dit moment kon ik merken dat het donker was. Het was moeilijk de diepte in te schatten. Ik had geen idee hoe hoog ik stond en wanneer het moment kwam dat de golf samensmolt met de vlakke zee om vervolgens aan te spoelen aan de kust. Ik stond nog en zocht steeds meer naar evenwicht, het evenwicht wat ik op het laatste moment nog verloor. Ik viel en voelde het zout in mijn neus. De golven waren wild en zorgden ervoor dat het onmogelijk was mijn surfboard te pakken. Het board sloeg tegen mijn been, hoofd , schouder. Pijnlijk, maar ik ging door. Uiteindelijk had ik hem te pakken en liet me erop vallen om weer terug te peddelen richting het diepe.

Ik werd wakker door de stroming van het water.
ik lag op een vaag gevormd blok in zee en door de hoge golven die mij soms passeerden zat ik op sommige momenten vast in een kolkend geheel. Ik hield me vast aan de randen van het blok om te voorkomen dat de harde stroming mij niet mee zou  nemen. Ik kijk naar mijn voet. Maar er is geen verbintenis meer met mij en mijn surfboard. Ik herinner me wanneer ik op dit blok ben gaan liggen. Het was na tientallen keren een golf gepakt te hebben. Het was geweldig geweest, maar aan de kustlijn spatten de golven zo hard uit elkaar dat het onmogelijk was je staande te houden. De golven speelden met je. Je werd van links naar rechts gegooid en ondergedompeld als een splashball. het was vermoeiend geweest. Zo vermoeiend dat ik was gaan uitrusten op een blok in zee. Ik wist alleen niet dat ik in slaap was gevallen en kan me herinneren dat mijn voet en surfboard verbonden waren door een touw. Die was nu weg. En als ik denk, aan hoe de zee tekeer gegaan was 's nachts denk ik dat er een grote mogelijkheid is dat hij groot Brittannië heeft gehaald.
Ik lig op mijn buik en draai me om. Ik knijp mijn ogen samen van de pijn. Het patroon van de steen heeft zich in mijn buik geprent. Mijn ogen zijn nog slaperig en ik besluit niet langer te wachten met het terug zwemmen naar de kust. Gelukkig is het niet ver zwemmen naar de kust, maar mijn vermoeide lichaam zorgt ervoor dat het langer duurt dan normaal is. Mijn t-shirt ligt nog op de zelfde plek als waar ik hem die avond had neergegooid. Mijn longboard en andere kleding was weg. Het enige wat er nog wel lag was de deken die ik die avond gekocht had. Ik ben te moe om te balen van wat ik zojuist heb aangetroffen. Of eigenlijk, niet heb aangetroffen en loop richting de boulevard. Daar aangekomen zoek ik een plekje, uit de wind tegen de muur. Ik wikkel mijn natte lichaam in de deken en ga er zo dicht mogelijk tegen aan liggen. Weer val ik in slaap.

Dit keer is het een stem die mij doet ontwaken. Ik open mijn ogen en meteen word ik verblind door de ochtendzon. Ik had me niet gerealiseerd dat er op zondag morgen wel mensen de boulevard zouden betreden. De vrouw blijft maar tegen me praten. Ze is donker getint en heeft een jumpsuit aan, daarover draagt ze een spijkerjack. Ik sta slaapdronken op en frommel de deken in een prop. Ze blijft maar tegen me praten, maar tegelijkertijd loopt ze door. Om het gesprek, waaraan ik niet bepaald mee doe te blijven volgen neem ik grote passen om haar bij te houden. Haar kont schud heen en weer en haar krulletjes springen op wanneer ze de trap op naar boven loopt. Ze vraagt me allerlei dingen: wat doe je hier zo vroeg? Waarom ben je niet thuis in je warme bedje? Wie ben je? Hoe heet je? Ik voel me te buitenaards om te reageren dus schud ik haar af door een flatgebouw in te lopen.

Het flatgebouw blijkt een appartementencomplex voor studenten te zijn. Ik neem de lift naar de bovenste etage.Ik bekijk mezelf in de spiegel van de lift. Mijn haar heeft zich tot dreads gevormd. en mijn ogen staan moe. Het frisse buiten kleurtje op mijn wangen zorgt voor de enige levendige uitstraling op mijn gezicht. Op de 10e verdieping gaan de deuren open. Ik schrik als ik midden in een huiskamer sta. Ik kijk om me heen en zie de aparte indeling van het appartement:  De lift komt uit in de woonkamer,  rechts achter een glazen raam is de badkamer, daarnaast de slaapkamer en een klein keukentje staat opgesteld in de hoek. Het huis voelt aan alsof er niemand is. En ik slaak een zucht van opluchting. Ik loop naar het keukenblok en open het eerste en beste kastje dat ik tegenkom: Borden,  lepels, vorken, messen, een tostiapparaat maar geen glazen. Ik neem de moeite niet verder te zoeken en drink uit de kraan. Van zout krijg je dorst, maar van zout water ook. Naast de lift is nog een trapgat. En zo nieuwschierig als ik ben besluit ik een kijkje te nemen. De traptreden zijn zo onmogelijk dun dat het een kunst is naar beneden te lopen. Ik sta met open ogen te kijken als ik weer in een appartement uit kom. Ik snap niets van hoe dit gebouw in elkaar zit. De enige mogelijke optie om beneden te komen is via andermans appartement of de lift. Als ik merk dat er iemand in het bed ligt te slapen laat ik me via de trapleuning nog een verdieping naar beneden glijden. Op die verdieping hangt een klok. Het is nu 7 uur ´s ochtends. Ik lach bij het idee dat ze wakker worden met een vreemde in huis, of eigenlijk lach ik de architect van dit gebouw uit.Ik loop automatisch zoveel mogelijk trappen naar beneden. Op de meeste verdiepingen liggen mensen te slapen,  of is niemand thuis. Het is een uitdaging beneden te komen zonder iemand wakker te maken. Vandaar het gebruik van de trap. Een lift zou te veel geluid maken.
na een slapende vrouw en een stelletje dat lepeltje lepeltje lag achter me te hebben gelaten kom ik aan op de 3e verdieping. Ik loop zachtjes langs de keuken als ik iemand hoor douchen. 'shit' mompel ik. Om bij het trapgat te komen moet ik de badkamer zien te passeren. Ik sta zo stil als ik kan tegen de koelkast aan als ik gerommel uit de slaapkamer hoor. Voetstappen komen dichterbij en ik aarzel geen moment. Ik sprint langs de douche ruimte. Maar wanner ik op de 2e tree sta steekt er een hoofd op het hoekje ' what the fuck doe jij hier?' Aarzelend loop ik weer terug om hoog en sta voor de douche. Aan de andere kant van het glas is een jonge vrouw te zien. Volkomen naakt. Dan komen er voetstappen. Een man uit zo te zien Azië loopt de ruimte binnen en gaat zonder schaamte op het toilet zitten. Ik kijk verbaast naar de twee. 'Ik, kom uit Groningen, en kwam hier gister avond heen om te surfen 's nachts.' de man op het toilet grinnikt waarop de het meisje hem een boze blik toewerpt. 'Ja, surfen is wel fucking vet en zo maar what the fuck doe je hier dan? zegt ze met nog steeds een boze toon. 'Ja, ik heb geen idee' de man grinnikt nog steeds 'I can't believe' zegt hij. Ze lacht en steekt haar hand naast de opening van de douche. 'Eve' zegt ze terwijl ik haar hand schud. Nu lach ik ook 'Dat rijmt' zeg ik. Eve kijkt vragend. 'Laat maar ' en ik wuif het weg.

'laten we gaan schilderen, of optreden ' zegt Eve als ze zich aan het afdrogen is. Ze straalt wanneer ze het mij voorstelt. Ik knik en stap onder de douche.

Ik word langzaam wakker door het stromende water.
Ik sta onder de douche en door de vele stralen word ik omarmd door een warm geheel.
Ik hou de douchekop stevig vast om te voorkomen dat dit fijne gevoel over zou zijn. Ik kijk naar mijn voet, zie het douche putje en mis de golven van de zee.


donderdag 22 maart 2012

Oh unknown men I wanna meet you again

Het is 8 uur 's ochtends. En als ik geen afspraak zou hebben gehad  had mijn bed het me nooit vergeven dat ik om dit tijdstip op de bus stond te wachten. Ondanks dat het vroeg is geniet ik van het moment: De ochtend zon is al een tijdje doorgebroken en de warme zonnestralen lichten mijn brakke hoofd op. Het was een fijne nacht geweest. Ik zie een weerspiegeling van mezelf in het bushokje tegenover me. Versleten allstars een simpele skinnyjeans en een klasieke blauwe jas. Mijn ogen staren vermoeid voor zich uit en de nacht heeft er voor gezorgd dat mijn haren als dreads langs mijn gezicht vallen. Na een tijdje kom ik uit mijn trance. En niets voor niets. Er komt een jongen aangelopen gevolgd door een meisje. Uit hun gedrag kan ik niet goed opmaken of ze een setje zijn of niet. De jongen trekt mijn aandacht omdat hij meteen naar me lacht als hij me ziet. Dan roept het meisje iets en hij begint zijn tas te doorzoeken naar geld voor de bus. Ik neem die tijd om hem te bestuderen: Helder groene ogen, wild haar tot zijn kaaklijn in de kleur van strand zand en zijn surfarmbandjes die het helemaal afmaken. Inmiddels is de bus er maar de jongen zoekt nog steeds naar geld. Als ik kijk naar de beweging die zijn handen maken lacht hij. ' Je ziet er moe uit' zegt hij. Ik knik ja. ' Mooi'  voegt hij eraan toe als
'zijn'  meisje de buschauffeur betaald. Ik lach, kijk weg maar hij volgt mijn blik. Ik kan niet om zijn ogen heen.
Hij laat mij voor hem de bus in stappen. Ik check in met mijn OV en loop naar een stoeltje achteraan. Het meisje wat halverwege het gangpad staat te wachten wacht op waar de jongen gaat zitten. Hij neemt de stoel aan de andere kant van het gangpad. De stoel die horizontaal aan de mijne ligt. Ik doe alsof ik het niet door heb en soms als ik de bus doorkijk ontmoeten mijn ogen de zijne waarna ik weer snel wegkijk. Hij daar in tegen doet geen moeite om te verbergen dat hij kijkt. Ik voel zijn ogen en weet dat wanneer ik even met mijn pink beweegt hij daar naar kijkt. Het siert hem, dat hij zo doet en mijn brakke hoofd voelt zich gevleid.
Wanneer hij op het stop knopje drukt stopt mijn adem. Ik was vergeten dat deze busreis niet eeuwig zou duren, was vergeten dat er haltes bestaan waar mensen uit kunnen stappen. De bus remde af. Ze stonden op en het meisje liep naar buiten. De jongen hield nog even halt bij mij. ' Doei' Lachte hij. Ik lachte terug maar had geen idee wat ik moest zeggen. We hadden nauwelijks gepraat dus waarom gedag zeggen? Daarbij wou ik geen eens gedag zeggen, ik wou niet dat dit moment, dit gevoel over was. Hij stapte uit. Echt. En toen de bus wegreed vond hij mijn blik nog door het bus raam heen. Hij lachte weer, met die brede glimlach. De laatste keer dat ik die glimlach zag.

zaterdag 1 januari 2011

Het jaar van de voornemens?

Het jaar 2011 begint weer eens geweldig:
Mijn kamer is zo rommelig dat ik de vloerbedekking niet eens een gelukkig nieuw jaar kan wensen, mijn schoolboeken (voor zover ik die kan zien) staren me aan met zo'n blik die je alleen kan vermeiden als je ze het raam uit gooit en daarbij ben ik net zo verward als het kabinet van een tijdje geleden. Niet bepaald de ingrediënten die op mijn boodschappenlijstje stonden om 'gelukkig' het nieuwe jaar te betreden. Gelukkig is er altijd nog het verbeter lijstje, of terwijl de goede voornemens. 'gewoon om alles goed te maken'

1. Mijn kamer opruimen  -zodat ik alsnog mijn vloertapijt om de hals kan vliegen-
2. Sparen  -ik heb mijn geld al in een schilderijen lijst gestopt, zo dat ik er niet meer bij kan-
3. Planten water geven   -de laatste keer is mijn oerwoud plant genaamd Harry overleden aan uitdrogingsverschijnselen-                    
4. Mijn cola verslaving verhelpen -Ik heb op het moment alleen de lege flessen op mijn kamer-
5. Meer aan school doen -dat is dus de reden dat mijn boeken het raam nog niet uitgevlogen zijn-
6. Uit nederland emigreren -gewoon omdat het kan. nouja....soortvan dan-
7. niet meer aan goede voornemens doen, omdat ze toch nooit uitkomen.

Ik verlang nu al naar 2012.

vrijdag 10 december 2010

Dangerous when you're not online

Ik kreeg laast een flashback van gorep 7.  Ik stond op het schoolplein en een meisje vertelde dat er MSN was. Een veel beloofd programma waarmee je met mensen kon praten via de computer. HELEMAAL GRATIS. Ik was jong, had alleen maar ervaring met computerspelletjes van Robbie konijn en vroeg me af hoe dat ging. Thuis aangekomen vertelde ik mijn moeder erover en voor ik  het wist praatte ik met mijn vriendinnetjes over MSN.  Laura zegt: Kom je bij mij spelen vandaag?  En dat wou ze. Ik had een speelafspraakje via internet gemaakt. Ik kon het bijna niet geloven.

Nu, een aantal jaar verder is het zo dat je niet bestaat als je geen MSN hebt en moet je ook beginnen na te denken of je, je niet zwaar eenzaam voelt als je geen account op hyves, facebook en twitter hebt. Ik kan je vertellen dat ik laatst mijn hyves, facebook en twitter account heb verwijderd en de helft van het 'social news' niet na kon vertellen.
Pim heeft een wilde nacht gehad met emma en bart heeft zijn angsten eindelijk overwonnen door margriet op date te vragen. En dan heb ik het er nog niet over een nieuw gemis in de wereld: jantje is overleden. Zijn hele hyves bleek vol gespamt te zijn met R.I.P en  -ik mis je zo erg - berichtjes, maar aangezien ik geen hyves meer heb is zijn dood me volledig ontgaan.

Ik zucht en bedenk me met een kleine opluchting dat het er  hier in huis nog niet zo ver aan toe gaat dat ze tweeten dat ze op de wc zitten. Dan zie ik een MSN icoontje naar boven komen. Mijn zusje, die hier precies 15 traptreden vandaan zit vraagt of ik naar beneden kom. Ik ren als een woeste stier naar beneden en zeg dat ze dat ook wel even kan schreeuwen, omdat ik hééél toevallig in het zelfde huis zit. Als ik haar na haar vraag beantwoord te hebben uitnodig voor een borspelletje schud ze hevig nee 'ik sta net op het punt om te winnen met yahtzee' Zit madamé met een online persoon een spelletje via MSN te spelen.  Diep teleurgesteld loop ik weer naar boven.

MSN is de eerst volgende in mijn lijst die ik naar de prullebak sleep.

zondag 26 september 2010

Binnenpretje

Net als elke ochtend sta ik bij de halte waar de bus me moet verlossen uit een koude periode met veel langdradig gewacht. Zoals gewoonlijk komt er een man achter me staan met een peuk die hij wanneer de bus komt altijd op de zelfde manier weggooit in het gleufje langs te stoeprand. En zoals ik een hekel heb aan hem zonder ook maar de eerste letter van zijn naam te kennen zou het me niets verbazen wanneer de buschauffeurs mij niet als lievelingetje beschouwen. De reden daarvan komt waarschijnlijk neer op het feit dat ik met een hoofd die nog graag in bed wil liggen en een lelijk busabonnement zonder 'goedemorgen' te zeggen op een stoel plaats neem en weer half in slaap sukkel. Als ik niet in slaap sukkel geniet ik van mijn binnenpretjes om mensen die als een malloot fietsen om niet te laat op hun werk te komen of mensen die op hun bek gaan tijdens het hardlopen.

Net als elke ochtend wanneer ik me verslaap spring ik met mijn pyama shirt onder de douche, wurm ik me in turbo snelheid in het eerste kledingstuk dat ik tegenkom en prop ik wat broodjes in mijn tas om te overleven. Als dat gebeurt is sprint ik op mijn fiets in de richting van de stad hopend dat ik de bus van 10 over half acht nog kan betreden. Als ik bijna bij het station ben met een hoofd zo rood als de neus van pipo de clown komt er een bus voorbij. Ik zie ze kijken, zoals ik hun altijd bekijk, voel me uitgelachen zoals ik hun altijd uitlach en voel me bekeken alsof ik jezus ben, opgestaan uit de dood.  Wat is het toch deprimerend om een binnenpretje te zijn.

vrijdag 17 september 2010

'Belplezier'

Net als ik mijn kipsaté mijn mond in schuif gaat de telefoon. Ik volg mijn moeder die haar stoel naar achter schuift en de telefoon met een gris van het kastje pakt. Als ik haar met haar ogen zie draaien weet ik al hoe laat het is. Call center tijd. De tijd waar je dingen aangesmeerd krijgt wat zogenaamd veel beter, mooier, leuker moet zijn dan het gene wat je nu hebt. het zou me dan ook niets verbazen als meer dan 99 procent van de mensheid je haat omdat ze gestoord worden onder een veel betekende maaltijd, een vrijpartij of een spannend hoofdstuk in een boek die ze aan het lezen zijn. Ik bedoel maar te zeggen dat als miss call door het leven gaan mijn beroep zou zijn ik mezelf nog liever op twitter zet om me als volgt te laten besturen door de media. Want wie wil er nou een gehaat persoon zijn?

Ik vraag me af of er een bordje op mijn nek hing met de tekst 'ik wil gehaat worden' want net op het moment dat ik en een vriendin het laatste stukje brood naar binnenwerken komen er 2 mensen op ons af om te vragen of we een bijbaantje nodig hebben. met een 'hmm hmm'  en een poging ons broodje in turbo snelheid door te slikken kwamen we oog in oog te staan met het call center. 'willen jullie hier werken?' was de vraag. Na automatisch ons mobiele nummer op te geven kregen we die middag een telefoontje 'Wanneer kan je komen voor de sollicitatie?'

Ik weet niet wat ik moet denken, voelen of doen. Ik laat het maar over me heen komen, maar pas op, misschien bel ik je binnenkort wel.

donderdag 16 september 2010

Blooperscooter

Dingen die je niet geplant hebt vind ik persoonlijk geweldig. spontane acties zoals een last minute boeken naar Rusland terwijl het er -20 graden is hoort daar bij. En hoewel ik het nog nooit uitgeprobeerd heb lijkt het me zeker de moeite waard. Al maak je alleen maar even een tussen stop om een ijspegel in een glas wodka te doen en die dan achter over te kieperen. Nu zijn er ook dingen die ik liever van mijn lijstje schrap als het om onverwachte acties gaat. Blunders zijn onderdeel van dat lijstje. Zo liep ik vandaag met 3 mensen op het station als een van de 2 me begint te kietelen. M'n arm pletten, m'n been slaan en zelfs aan mijn haren trekken is acceptabel bij mij maar zodra het om kietelen gaat begin ik spastisch te worden. Zo ook vandaag, ik lag om precies te zijn binnen 10 seconden op de grond te spartelen terwijl de buschauffeurs met hun broodje kaas, passagiers die uit het raampje staarden van verveling, automobilisten die voor stoplichten moesten wachten en voorbijgangers konden genieten van mijn show. Ik vond het minder spectaculair aangezien ik de gene was die voor paal stond alsof ik  sinterklaas was die in een tijger string  mee bewoog met de muziek op de gay parade. Toen ik dacht dat de ellende voorbij was vond een gast op een scooter het leuk om half slingerend mijn tas aan te rijden, die heel toevallig op mijn rug zat bevestigd en er dus voor zorgde dat ik een rondje draaide van de snelheid die het wrooem ding achter lied. Maar ach, het voordeel is, dat ik bleef staan, en niet voor de 2e keer op de grond lag. De wonderen zijn de wereld nog niet uit.